Samenvatting Een ileus is een verminderde tot opgeheven passage van de dunne of dikke darm. Bij een ileus in de palliatieve fase is er vaak sprake van pseudo-obstructie, een verminderde of opgeheven motiliteit van een darmsegment. De klachten ontstaan hierbij meestal geleidelijk (dagen tot weken) en er is geen (volledige) obstructie. Doordat de passage vaak maar gedeeltelijk opgeheven is, kan de symptomatologie in de loop van de tijd sterk wisselen. Gevolgen • misselijkheid en braken • pijn: aanvalsgewijs (als gevolg van darmspasmen), en/of continu (door uitzetting van de darmlissen of door infiltratie van de darmwand door tumor) • opzetten van de buik (door ophoping van lucht en/of vocht in de darm en in sommige gevallen door tevens aanwezige ascites) • obstipatie of paradoxale diarree • op langere termijn: verslechterende voedingstoestand Oorzaken • obstructie door primaire tumor of metastase (uitgaande van de darm of compressie van buiten) • pseudo-obstructie door peritonitis carcinomatosa (meest voorkomende oorzaak), ingroei van tumor in zenuwen, autonome disfunctie of medicatie • andere oorzaken: ♦ adhesies en fibrose (bijv. ten gevolge van eerdere operatie of radiotherapie) ♦ obstipatie c.q. fecale impactie ♦ elektrolytstoornissen (hypokaliëmie, hypercalciëmie) ♦ postoperatief ♦ acute bacteriële peritonitis, sepsis Diagnostiek • anamnese • lichamelijk onderzoek: opgezette buik, versterkte (gootsteengeruisen) of afwezige peristaltiek, hypersonore (bij ophoping van lucht) of tympanitische (bij ascites) percussie, soms palpabele tumor • evt. aanvullend onderzoek: laboratoriumonderzoek (nierfunctie, elektrolyten), buikoverzicht, echo, CT-scan, endoscopisch onderzoek Beleid • Overleg met patiënt, naasten en evt. specialist of insturen voor diagnostiek en behandeling zinvol en gewenst is. Beleid in de acute fase (thuis of in het ziekenhuis) • rectaal laxeren (m.n. bij verdenking op fecale impactie) • bij fecale impactie ten gevolge van opioïden: evt. methylnaltrexon 8-12 mg s.c. • staken of wijzigen (indien noodzakelijk en mogelijk) van obstiperende medicatie (opioïden, middelen met anticholinerge (bij)werking) • bij braken en/of intentie tot operatie: (tijdelijke) maagheveling via neussonde • evt. niets p.o. en parenterale vochttoediening • bestrijding van pijn en misselijkheid (zie Conservatieve behandeling) • bij ascites: punctie • overweeg bij lokale obstructie dexamethason 1 dd 8 mg s.c./i.v. gedurende vijf dagen, daarna afbouwen en zo mogelijk staken • in het ziekenhuis: besluitvorming (mede aan de hand van eventuele diagnostiek) over het te volgen beleid (zo nodig in overleg met gastro-enteroloog en chirurg): ♦ bij lokale obstructie: stentplaatsing (als voorbereiding op operatie of als permanente oplossing) ♦ bij ovariumcarcinoom of colorectaal carcinoom: overweeg chemotherapie (al dan niet na operatie) indien patiënte niet (recent) eerder hiermee behandeld is ♦ indien voor chirurgie wordt gekozen: laparotomie en handelen naar bevindingen (bij open buik afzien van verder chirurgisch ingrijpen, aanleggen van stoma, adhaesiolysis, bypass of resectie en reanastomose) Conservatieve behandeling • beoordeel of parenterale vochttoediening (indien reeds gestart) gestaakt kan worden • behandeling van braken: ♦ bij sterke productie van maaghevel of bij heftig braken: proefbehandeling met octreotide 3 dd 100-300 μg of 300-900 μg/24 uur s.c./i.v. Bij gebleken effect evt. overgaan op lanreotide 30 mg i.m. om de twee weken ♦ als de kosten van octreotide een probleem zijn of als er sprake is van de combinatie van braken en krampende buikpijn: scopolaminebutyl intermitterend of continu s.c. /i.v. (startdosis 40 mg/24 uur, evt. ophogen tot 120 mg/24 uur) ♦ indien geen effect van octreotide na 48 uur: octreotide staken en start metoclopramide (startdosis 40 mg/24 uur, alleen bij partiële obstructie), butylcopolamine intermitterend of continu s.c./i.v. (startdosis 40 mg/24 uur, evt. ophogen tot 120 mg/24 uur) of haloperidol (2-4 mg/24 uur) intermitterend of continu s.c. /i.v. ♦ bij persisterend en hinderlijk braken: overweeg continue maaghevel d.m.v. neussonde (bij levensverwachting <4 weken) of (indien technisch mogelijk) PEG-katheter (bij levensverwachting >4 weken) • behandeling van pijn: ♦ bij koliekachtige buikpijn: scopolaminebutyl intermitterend of continu s.c./ i.v. (startdosis 40 mg/24 uur, evt. ophogen tot 120 mg/24 uur) ♦ bij onvoldoende reactie op scopolaminebutyl en/of continue buikpijn: morfine intermitterend of continu s.c. (startdosis bij opioïd-naïeve patiënt 20 mg/24 uur; alternatief: fentanyl transdermaal (startdosis 12 μg/uur bij opioïdnaïeve patiënt) • zorg voor goede mondverzorging Evaluatie • door arts en/of verpleegkundige • evalueer dagelijks het beloop; beoordeel daarbij vooral of: ♦ de symptomen (vooral pijn en braken) adequaat bestreden zijn ♦ een maaghevel ingebracht c.q. gecontinueerd of verwijderd moet worden ♦ vochttoediening gestart c.q. gecontinueerd of gestaakt moet worden ♦ verder laxeren noodzakelijk en zinvol is • maak zo nodig gebruik van het Utrecht Symptoom Dagboek