Opmerking: Standarisatie van diagnose en voorstel tot behandeling; protocol al lang geleden afgesloten, maar nog toegepast voor de behandeling van ouderen ( > 70-75 jaar) met ALL
R. Willemze, Afdeling Hematologie, AZ Leiden, aangepast door A. v.d. Borne
29-9-96.
|
|
Voor de diagnose Acute Lymfatische Leukemie (ALL) moet worden voldaan aan de volgende 3 criteria:
Morfologie
De blasten (perifere bloed en/of beenmerg) moeten voldoen aan de criteria voor
een lymfoblast: L1,2,3 (F.A.B. classificatie)
Cytochemie
Sudan B black (evt. peroxidase) negatief zijn (dit is geen strikt criterium
meer)
Immunocytologie
Celmerkeropmaak van B- of T-lymfoblastaire cellen.
NB: Bevestiging van monoklonaliteit door moleculair biologisch onderzoek naar Ig- en/of TCR-receptor genherschikking is aan te bevelen.
Van elke patiënt moeten ten tijde van de diagnosestelling bloed en beenmergpreparaten gezonden worden naar de Morfologie Commissie te Rotterdam (R.R.T.I., was indertijd Dr. W.F. Stenfert Kroese).
Perifeer bloed | May Grünwald-Giemsa kleuring + cytochemisch onderzoek indien onmogelijk te verrichten op beenmerg materiaal (Sudan B black, esterases, evt. peroxidase, zure fosfatase, PAS) |
Celmerkers immunocytologisch (leukemie panel, CALLA, TDT, cIgM, B en T celmerkers) | |
Moleculair biologisch onderzoek naar Ig- en/of TCR-receptor genherschikking | |
Cytogenetica, indien geen beenmergmateriaal beschikbaar | |
Beenmerg | Cytochemie (zie perifeer bloed) |
Celmerkers (zie perifeer bloed) | |
Moleculair biologisch onderzoek (zie perifeer bloed) | |
Histologie, Yamshidi-boring (facultatief) | |
Cytogenetica | |
Suspecte gebieden | Cytologie, celmerkers en/of histologie |
Liquor cerebrospinalis | Cytologie (m.b.v. sedimentatie-techniek) en celmerkers |
Celaantal, LDH, glucose, eiwit |
Complete remissie | |
Beenmergaspiraat: | Normale cellulariteit |
Minder dan 5% blasten (t.o.v. witte reeks en alle kernhoudende cellen) | |
Perifere bloed: | Geen blasten |
Leukocyten >3 x 109/L | |
Granulocyten > l,5 x 109/L | |
Trombocyten > 100 x 109/L | |
Elders: | Geen tekenen van leukemie |
Recidief | |
Beenmergaspiraat: | Terugkeer van meer dan 5% blasten |
Perifere bloed: | Aanwezigheid van blasten |
Elders: | Aanwezigheid van blasten |
uraat profylaxe | |
evt. tuberculose profylaxe | |
behandeling van infecties, sanering van occulte infectiebronnen | |
evt. preventie van menstruaties |
vincristine: 1.4 mg/m2 (maximaal 2 mg) i.v. 1 x per week | |
predniso(lo)n: 40 mg/m2 (maximaal 60 mg) p.o. dagelijks | |
daunorubicin 60 mg/m2 I.V. 1 x per week toevoegen (tegelijk met de 4 e en 5 e injectie vincristine) |
methotrexaat 10 mg/m2 ( maximaal 15 mg) intrathecaal | |
(indien bloedingstijd normaal) tijdens eerste diagnostische punctie (wanneer in het perifere bloed geen blasten meer worden gevonden). gevolgd door intrathecale injecties wekelijks. In het totaal dienen tijdens de remissie inductiebehandeling tenminste 3 injecties te worden gegeven. | |
methotrexaat 10 mg/m2 (maximaal 15 mg) intrathecaal (indien bloedingstijd normaal. of genormaliseerd d.m.v. trombocytentransfusies): 1-2 x per week, totdat de liquor geen maligne cellen meer bevat; gevolgd door: | |
schedelbestraling (2400 rad). |
L-asparaginase 200 IE/kg lichaamsgewicht per i.v. infusie dagelijks, gedurende 7-10 dagen. |
6-mercaptopurine 75 mg/m2/dd p.o. | |
methotrexaat: 15 mg/m2/per week p.o. |
Aanpassing dosis 6-mercaptopurine:
Leukocyten | Trombocyten | Dosis |
> 2 x 109/L | of > 100 x 109/L | 100% |
1-2 x 109/L | of 50-100 x 109/L | 50% |
< 1 x 109/L | of < 50 x 109/L | 0% |
vincristine: 1.4 mg/m2 i.v. wekelijks | |
prednison: 40 mg/m2 p.o. dagelijks | |
methotrexaat: 10 mg/m2 IT alleen op dag 1 | |
daunorubicine: 40 mg/m2 i.v. alleen op dag 1 wordt toegevoegd aan elke even reïnductie kuur (zie schema) gedurende 11/2 jaar |