indicatie eerstelijns therapie -- geen bloedingsneiging: <20 (of <30 bij risicofactoren bloeding) -- bloedingsneiging: <50 -- antistolling: <50 indicatie tweedelijns therapie -- bloedingsneiging -- antistolling: <30 (en evt. 50) -- dan beenmergonderzoek behandelingen met goede verhouding toxiciteit - effectiviteit 1. kortdurend steroiden: dexamethason of hoge dosis prednison met vast afbouwschema 2. splenectomie -- in principe pas vanaf half jaar na diagnose -- 60% langdurige remissie, 80% respons 3. TPO-agonist, gezien toedieningsvorm eerste keus: eltrombopag -- bij contra-indicatie splenectomie tweede keus -- onbekende lange termijn-effecten, respons >80% -- suggestie van lange termijn-respons na staken bij minderheid 4. rituximab (niet vergoed / off-label) -- 20% langdurige remissie, respons 60% (tot 8 weken na therapie, 40% CR) -- alternatieve dosering: italiaans, 4x 100 mg fixed-dose experimenteel - toevoegen TPO beter dan alleen steroiden: na 6 en 12 mnd (CR +17%) geen volgorde van voorkeur - alternatieve TPO-agonist - langdurig low-dose steroiden met incidenteel pulsen - azathioprine