Ibrutinib

Inhoudsopgave

1 resistentie

  • fysiologie
    • mutaties: BTK-C481S mutatie, gain-of-function mutatie PLCG2, del8p
    • veranderen vorm van de pocket waar ibrutinib in bindt
    • soms zonder mutatie
  • worden BTK-remmer ontwikkeld die ongevoelig zijn voor C481S-mutatie
  • verschijnt +/- 9 maanden voor progressie

2 lymfocytose

  • remt CXCL12 and CXCL13L: decreases CLL cell migration-response toward tissue homing chemokines:
  • piek 4 weken en verdwijnt in 6-14 maanden bij meerderheid

3 nadeel

  • bij CLL geen CR in tegenstelling tot MCL (20%)
    • in tegenstelling tot bij MCL is CR echter niet voorspellende voor betere uitkomst
  • langdurige behandeling
  • forse bijwerkingen met hoog percentage discontinueren
    • in eerste lijn bij CLL stoppen groter probleem dan progressie

3.1 bijwerkingen

  • bijwerkingen nemen vaak met de tijd af
  • maar kunnen ook na jaren optreden/toenemen
  • "clinically relevant"
    • BTK
      • bloedingsneiging
        • 2,8% zonder antistolling, 2,5% met alleen trombocytenaggregatieremmer, 3,2% bij NOAC
        • combinatie-therapie: 21%
        • VKA altijd geexcludeerd in studies omdat in die tijd NOAC's niet werden gegeven
        • minor bleed: niet stoppen, geen associatie met major bleed
        • major bleed: stop ibrutinib, als bij plaatjesremmer
      • atriumfibrilleren
        • 3,3% atriumfibrilleren ipv 0,8%
        • stoppen leidt niet verlaging van kans op recidief AF
        • CHASDVASC > HASBLED: NOAC (en geen ascal), anders geen antistolling
      • hypertensie
      • diarree
      • infecties
  • artralgie

4 selectiviteit

  • remt 22 andere kinasen
    • EGFR: huid en darm
    • TEC: trombopathie
    • IL-2 inducible kinase op T-cellen: immuundeficientie

5 studies

  • ACE-LY-004 bij r/r MCL (Wang, Lancet, 2018)
  • ACE-CL waar Almere aan meegedaan heeft
  • ACE-CL-309

6 volgende generatie

  • selectievere remming BTK
  • acalabrutinib
    • qua bijwerkingen mogelijk iets beter maar kortere follow-up
    • wel ook tijdelijke extra bijwerking: hoofdpijn (enkele uren na inname, vaak spontane remissie na enkele weken, reageert op pijnstilling)
    • qua effectiviteit vergelijkbaar
  • zanubrutinib (BGB-3111)
    • ook hp; purpura/AF/diarree beduidend beter

7 stoppen

  • Follows, ICML 2017: meer dan 14 dagen stoppen mindere OS, met name in eerste jaar

8 CYP3A4-remmers

  • 1 dosislevel verlagen
  • PGP-substraten (digoxine, dabigatran), 6 uur tussen middelen

9 dosis

  • effectiviteit bij CLL gelijk bij 420 en 840 mg

Auteur: Koen de Heer

Created: 2019-10-04 vr 16:10

Emacs 25.2.2 (Org mode 8.2.10)