therapie

Table of Contents

Polycythemia vera

Terug naar overzicht hematologische diagnosen http://de-heer.eu

1 verplicht aanvullend onderzoek

  • naast standaardlaboratoriumonderzoek altijd: ferritine, vitamine B12, urinezuur, LDH
  • echo lever/milt indien lichamelijk onderzoek niet goed mogelijk is
  • beenmergonderzoek bij verdenking myelofibrose
  • vWF bij verdenking vWD
    • bloedingsneiging (soms bij TR <1000)
    • trombocyten 1000 - 1500
  • diagnostiek klaar bij: Jak2-mutatie en Ht >0,51 bij man (of >0,47 bij vrouw) waarbij andere verklaringen zijn uitgesloten
  • indien Jak2-mutatie negatief: overweeg cascade van EPO (bij normaal/verhoogd Ht, spijtserum), beenmergonderzoek inclusief cytogenetica, spontane erytroide kolonie formatie
  • meting rode bloedcelvolume om relatieve erytrocytose ten gevolge van een laag plasma volume uit te sluiten bij overklaarde milde erytrocytose (Ht < 0.60 bij mannen en < 0.56 bij vrouwen; hierboven uitgesloten)

1.1 diagnostische criteria

Diagnosis requires meeting either all 3 major criteria or the first 2 major criteria and the minor criterionc

  • major: alle drie verplicht, of de eerste 2 en het minor criterium
    • Hb >16.5 g/dL in men, >16.0 g/dL in women, or Hct >49% in men, >48% in women, or increased red cell mass >25% above mean normal predicted value
    • Bone marrow biopsy showing hypercellularity for age with trilineage growth (panmyelosis), including prominent erythroid, granulocytic, and megakaryocytic proliferation with pleomorphic, mature megakaryocytes (differences in size)
      • not strictly required in cases with sustained absolute erythrocytosis: Hb levels >18.5 g/dL in men (hematocrit 55.5 %) or >16.5 g/dL in women (hematocrit 49.5%) if mutation criterion 3 and the minor criterion are present
      • myelofibrosis (present in up to 20% of patients) can only be detected by performing a BM biopsy; hypercellularity may predict a more rapid progression to overt MF (post-PV MF)
    • Presence of JAK2 V617F or JAK2 exon 12 mutation
  • minor: subnormal serum erythropoietin level

2 therapie

2.1 aderlatingen

  • streef-Ht: <0.45 l/l bij mannen en <0.42 l/l bij vrouwen
    • streef-Ht (zeer) streng naleven: hazard ratio van 4 m.b.t. overlijden bij Ht 0,45 - 0,55
  • standaard volume 500 cc
  • isovolemisch bij klachten van hypovolemie na aderlating
  • halveren volume bij klachten van snelle daling Hb
  • frequentie
    • bij inductie
      • mannen 1-2x per week
      • vrouwen / ouderen / lichte mensen / cardiopulm aangedaan: 1 per 2 weken
    • bij onderhoud: gemiddeld 4x/jaar, noodzaak kan verdwijnen bij gebruik hydroxyureum
  • bij verdenking hyperviscositeit isovolemisch aderlaten
    • kan op geleide van kliniek snel herhaald worden

2.2 acetylsalicylzuur 80 mg tenzij

  • trombocyten >1500 x109/l
  • klinisch verhoogde bloedingsneiging
  • verworven von Willebrand aangetoond

2.3 strenge CVRM-controles (als bij diabetes of kalenderleeftijd +10 jaar)

  • stoppen met roken!
  • kan via huisarts, zie de-heer.eu

2.4 erytromelalgie ondanks ascal

  • aspirine 2dd
  • tot 600 mg per dag ophogen
  • evt. indicatie cytoreductie

2.5 cytoreductie bij hoog-risico PV

  • indicaties:
    • arteriele of veneuze trombose in het verleden
    • leeftijd >60 jaar
    • intolerantie aderlatingen / ijzerdeficientie / aspirine
    • symptomatische myeloproliferatie
    • verworven Von Willebrand
  • doel: trombocyten <450
  • middelen:
    1. hydroxyureum (= Hydrea, hydroxocarbamide)
      • vanwege: goede effectiviteit, lage kosten, eenvoud, veiligheid, weinig toxiciteit
      • begindosis: 15 mg/kg 1dd (1dd 500 of 1000 mg), voorzichtig bij nierfunctiestoornis
      • pas effect dosisverandering na 3-5 dagen: niet vaker dan 1x/week dosis aanpassen
      • doel trombocyten 100-400 zonder significante anemie of neutropenie
        • ondanks dat m.n. leukocytose met risico op trombose gecorreleerd lijkt!
      • leidt tot hoog MCV / normaal MCV betekent incompliance
      • bijwerkingen: cytopenie, haarverlies, ulcera mond / benen, diarree, neuropathie, teratogeen
      • leidt niet tot maligne ontaarding / myelofibrose
      • nooit bij (potentieel) zwangeren, liefst 3-6 maanden tevoren staken!
    2. interferon
      • gepegyleerd interferon-alfa 2s 2a (Pegasys)
        • dosis: 45 ug/week s.c. voor 2 weken, daarna in stapjes van 45 ug/week ophogen, maximale dosis 180 ug/week
        • alternatief: interferon-α 2b (PEG-Intron): 50 microgram/week s.c.
        • 2e alternatief: IFN-a 3 milj U s.c. 3x/week
      • kan tot cytogenetische remissie leiden: echter, belang niet aangetoond
      • kan leiden tot afname Ht, splenomegalie, trombocytose, pruritus, trombose
      • 35% stopt vanwege koorts, malaise, spierpijn, gewrichtsklachten, misselijkheid, depressie, huid/leverafwijkingen
      • enige acceptabele behandeling bij (gewenste) zwangerschap
    3. anagrelide
      • PV: trombocytose bij flebotomie is geen indicatie
      • ET: alleen indien er alleen sprake is van een trombocytose
      • startdosering 2dd 0,5 mg; iedere week te verhogen met 0,5 mg/dag; maximaal 2dd 5 mg
    4. ruxolitinib
      • ernstige therapie-refractaire jeuk of splenomegalie (RESPONSE-II)
      • begindosis 2dd 10 mg
      • zie myelofibrose
      • gezien kosten bij chronisch gebruik zeer terughoudend mee zijn
      • nooit bij essentiele trombocytose
    5. busulfan of 32P of pipobroman
      • alleen bij:
        • ouderen met een levensverwachting <10 jaar, cave leukemogene werking
        • therapie-refractair/onacceptable bijwerkingen van andere cytoreductie
        • bijwerkingen: huidpigmentatie, longfibriose
      • dosis
        • 32P: 3 mCi i.v., z.n. na 3 maanden herhalen
        • busulfan: 2(-4) mg per dag met wekelijkse aanpassing obv BB (cave langdurige cytopenie)

2.6 uraatsteenprofylaxe, overweeg allopurinol bij verhoogd urinezuur

  • tot goede instelling, of
  • bij jicht in stabiele situatie

2.7 splanchnicus trombose

  • streven naar trombocytenaantal <400
  • overweeg streven naar leucocytenaantal <15 x 109/l
  • antistolling
    • indicatie voor levenslange antistolling
    • overweeg anders trombocytenaggregatieremming
    • indien door oesofagusvarices / bloedingsneiging antistolling niet mogelijk: staken

2.8 zwangerschap

  • te overwegen aanvullende criteria hoog-risico PV tijdens zwangerschap
    • trombocyten >1000 x 109/l
    • ernstige complicaties tijdens voorgaande zwangerschap: ≥3 spontane abortus binnen eerste trimester of spontane abortus in tweede of derde trimester, intrauteriene sterfte, preeclampsie <37 weken
    • abnormale flow in de uteriene arteriën op 20/24 weken
  • behandeling tijdens zwangerschap
    • streef-Ht <0.40 l/l
    • enige acceptabele cytoreductie is IFN-alfa
    • LMWH: altijd in het kraambed
    • hoog risico: gedurende gehele zwangerschap en kraambed

2.9 jeuk

  • effectief zijn
    • fototherapie, met lauw water douchen, "laundry starch" in badwater, deppen bij afdrogen, vochtinbrengende zalf, antihistaminica
    • zie UpToDate voor "weinig evidence-based" maar milde alternatieven zoals antidepressiva
    • alle vormen van cytoreductieve therapie

2.10 chirurgie

  • electieve chirurgie uitstellen tot hematocriet 4 maanden onder controle is
  • anders hoger risico bloeding en trombose

3 prognose

  • levensverwachting korter dan bij gezonden
  • onbehandeld: mediaan 18 maanden
  • behandeld: indien <65 mediane overleving lastig te interpreteren gezien
    • mediane leeftijd bij diagnose van +/- 70 jaar
    • lange mediane overleving
    • bij meeste prognostische studies maximale follow-up van 20 jaar
  • voor relatief ouderen: https://www.nature.com/articles/leu2013163.pdf
  • ongunstige prognostische factoren
    • abnormaal karyotype (bij 20% aantoonbaar)
    • leeftijd >60
    • leukocytose
  • vasculaire complicaties zijn belangrijkste verklaring mortaliteit bij PV (40%)
  • myelofibrose bij 10-20%, zie aldaar voor prognose
  • acute myeloide leukemie 8%, met relatief zeer slechte prognose
    • allogene SCT vereist voor langdurige overleving
    • mediaan 5 maanden overleving

Author: Koen de Heer

Created: 2018-08-11 za 18:11

Emacs 25.2.2 (Org mode 8.2.10)

Validate