Pulmonale echografie

Inhoudsopgave

Terug naar beginpagina.

1 Hoe

  • Probe en preset
    • curvilineaire probe met abdominale preset
    • voor detailopname pleura: lineaire probe met lung preset
    • evt. voor karakterisering effusie: cardiale probe met cardiale preset
    • punt van de probe naar craniaal gericht
  • Gain: laag om vals-positiviteit B-lijnen te voorkomen en om lung sliding makkelijker te zien
  • Diepte
    • dieper: 15 cm
    • voor detailopname pleura: 8 cm
  • Houding:
    • liggend, half-zittend of zittend
    • lichte voorkeur voor zittend indien mogelijk, met name voor pleuravocht in costofrenische hoek en B-lijnen nemen liggend basaal iets toe
  • Uitvoering
    • plaats probe longitudinaal in intercostaal ruimte
    • zoek rechte hoek transducer t.o.v. pleura: "door pleurale lijn zo hoog mogelijk krijgen"
    • betekent in principe altijd naar lateraal getilte bovenzijde probe
    • controleer drie zaken
      1. lung sliding en uiterlijk van pleura (normaal: <0,3 mm dik en regelmatig)
      2. onder pleura een van deze 4 opties (die wijzen op een toenemende hoeveelheid vocht)
        1. A-lijnen
        2. B-lijnen
        3. consolidatie
        4. effusie
      3. controleer beiderzijds de drie normale bevindingen in de costofrenische
        1. geen spine sign
        2. curtain sign
        3. spiegeling van lever/milt in diafragma
    • maak indien relevant een cineloop van de meest afwijkende intercostaal
  • Welke posities kijken
    • standaard bij dyspnoe: protocollaire 6-punts longechografie volgens Lichtenstein (BLUE), zie afbeelding
      • R1 en L1: anterieur-craniaal, ongeveer midclaviculair en 2-3e intercostaal
      • R2 en L2: anterieur-caudaal, ongeveer voorstel axillairlijn en 4-5e intercostaal
      • R3 en L3: PLAPS (posterolateraal alveolair pleuraal syndroom), zie afbeelding
        • op de frenische lijn (pink onderste hand, zie afbeelding) zo ver mogelijk voorbij achterste axillairlijn naar posterieur
        • richt probe zoveel mogelijk naar anterieur
        • kijk hier alleen naar consolidatie en pleuravocht, niet naar A- of B-lijnen
        • evt. patient iets (maar niet teveel) op zij rollen door ipsilaterale arm op thorax te leggen en elleboog naar mediaal te bewegen
    • Evt. aanpassingen afhankelijk van klinische context
      • voor beste beoordeling pleuravocht: bij zittende/staande patient ook vanuit PLAPS over rug naar midscapulair sliden
      • snel ernstige pneu uitsluiten:
        • liggend: R2 en L2
        • halfzittend: R1 en L1
      • snel interstitieel syndroom uitsluiten: R1, R2, L1 en L2
      • uitgebreide longechografie
        • anterieur (voor voorste axillairlijn): bijv. BLUE 1 en 2
        • lateraal (tussen voorste en achterste axillairlijn): craniaal en caudaal
        • posterieur (posterieur van achterste axillairlijn): craniaal en caudaal, zie afbeelding
  • Afhankelijk van pathologische bevindingen verder:
    • geen lung sliding → laat goed doorademen, probeer ook lineaire probe, en kijk naar:
      • longpunt
      • M-mode (seashore of barcode? lung pulse?)
      • B-lijnen
    • B-lijnen → kijk naar:
      • uiterlijk pleura
      • zoek goed naar consolidatie indien unilateraal
    • consolidatie → kijk naar:
      • uiterlijk pleura
      • dynamisch of statische luchtbronchogram
      • hepatisatie
      • shred sign
      • necrose/abces
      • verhoogd diafragma
      • pleuravocht
    • PV? kijk naar:
      • echogeniciteit
      • septatie
      • plankton sign
      • loculatie
      • beweging diafragma
      • volume
      • sinusoidale beweging longpunt / lung flapping
      • Doppler
    • overweeg bij afwijkingen aanvullende POCUS
      • echografie DVT arm en been
      • RV-overbelasting?
      • IVC
      • LVF, RVF (TAPSE)
      • clot-in-transit (RV of IVC)
  • DD bij dyspnoe en normale longechografie
    • bronchospasme
    • longembolie
    • neuromusculair
    • metabool: probleem O2-transport, zuur/base stoornis
    • psychogeen
  • Waar kan je welke longkwab vinden?


 
 


 


 
 


 

1.1 Pitfalls

  • te weinig ruimte intercostaal: inademen of heffen armen
  • overgained afbeeldingen, suggestie van
    • interstieel syndroom
    • debris in effusie
  • pseudoconsolidation: off-axis afbeelding (met name in PLAPS)
  • overinterpretatie hyperechoische verticale lijnen als B-lijnen
    • teveel gain
    • niet-pathologisch aantal B-lijnen
    • E- of Z-lijn
  • curtain sign aanzien voor longpunt (let op, is ook rond hart aanwezig)
  • hepatorenale overgang aanzien voor diafragma
  • clot-in-transit: bij low-flow state (cardiogeen/obstructieve shock) "smoke" in the vessel (niet geaggregeerd)

2 Interpretatie

2.1 Flow-chart Lichtenstein

2.2 Lung sliding

  • definitie: zichtbare beweging tussen parietale en viscerale bladen
  • indien lung sliding zichtbaar: pneu uitgesloten, ook minder waarschijnlijk bij zien van
    • B-lijnen: zichtbare longsepta onder viscerale pleura
    • lung pulse (ritmische pulsaties pleura): betekent connectie pleurabladen
  • indien lung sliding niet zichtbaar
    • longpunt zichtbaar: 100% specifiek voor pneumothorax
      • beweeg bij afwezige lung sliding probe in intercostaal naar lateraal, punt beweegt met ademhaling
      • definitie: in een intercostaal zowel lung sliding als afwezigheid lung sliding (met onder afwezige lung sliding wel A-lijnen zichtbaar, anders betreft het bijv. curtain sign)
      • maat grootte pneu: afstand tot sternum
    • geen longpunt: ook geen seashore sign, geen B-lijnen en geen lung pulse → verdacht voor pneu → meer diagnostiek
  • d.d. afwezige lung sliding
    • pneumothorax
    • pleurodese: chemisch, infectie, inflammatie, fibrose
    • verlies longvolume: complete atelectase, mucusplug, pneumonectomie
    • geen ademhaling: apnoe, beademing van hoofdstam, bij geringe ademhaling aan apex
    • ernstige COPD
  • beoordeel ook pleura: dikke, verlittekende en onregelmatige pleura past minder pneu maar bij chronisch ontstekingsproces

2.3 Hyperechogene lijnen

  • A lijnen ("air lines")
    • horizontale reverberatie tussen huid en pleura
    • 1 of 2 is genoeg
    • betekent: lucht (pneumothorax of normaal luchthoudende long)
  • B lijnen
    • kenmerken
      • verticaal uitwaaierende straal
      • goed afgrensbaar
      • vanaf pleura (en niet erboven)
      • >15 cm
      • meebewegend met ademhaling / lung sliding
      • wissen A-lines (combi met A-lijnen mogelijk bij niet ernstige overvulling)
      • pathologisch ("lung rockets", interstitieel syndroom): >2 in een intercostaal ruimte
      • niet-pathologisch: milde fibrose bij ouderdom, hydrostatische druk longbasis, fissuur
    • typen
      • 7mm: vocht in septum
      • 3mm: ground glass
    • d.d. "lung rockets"
      • bilateraal
        • longoedeem: lung sliding, gladde dunne pleura, vaak confluerende B-lijnen, evt. effusie
          • bilaterale pneumonie (bacterieel, viraal): evt. onregelmatig verdikte pleura
        • ARDS: evt. onregelmatig verdikte pleura met verminderde sliding
        • interstitiele ziekte / pulmonale fibrose
        • lymfangitis
      • unilateraal
        • pneumonie (focaal en beginnend): soms onregelmatig verdikte pleura met verminderde sliding, evt. effusie
        • rondom LE of atelectase
        • maar heel zelden "asymmetrisch" longoedeem
  • E-lijnen
    • verticaal
    • komen van hoger dan pleura
    • betekenis: subcutaan emfyseem
  • Z-lijnen
    • verticaal
    • minder echogeen dan pleura
    • begint in pleura
    • vervagen vaak al na 2-4 cm lang
    • bewegen wel maar niet exact met met pleura
    • minder discreet dan B-lijnen
    • betekenis: normale bevinding

2.4 Consolidatie

  • pneumonie
    • dynamisch luchtbronchogram: hyperechoische met ademhaling bewegende punten ("lucht in vocht", bij slechts 6% van de atelectasen)
    • hepatisatie: gevorderde pneumonie (echogeniciteit lever)
    • shred sign: onregelmatige en hyperechogene grens tussen pneumonie en gezonde long (= niet-lobaire pneumonie)
    • necrose of abces: goed afgrensbaar hypoechoisch gebied in consolidatie
    • septatie in PV
    • verlies van sinusoidale beweging longpunt
    • plankton sign
    • na enige tijd verdikte pleura en verminderde lung sliding
    • cave abces
      • flow bij Doppler in consolidatie rond caviteit
      • irregulaire en niet-uniforme grens
  • atelectase
    • statisch luchtbronchogram (ook bij 40% van de pneumonieen)
    • volumeverlies: compressie
    • verhoogd diafragma
    • sinusoidale beweging longpunt
    • toegenomen lung pulse
    • d.d.
      • hypoventilatie door obstructie
      • compressie door pleuravocht
  • longembolie, vaak perifere en focale subpleurale consolidatie (vaak basaal)

2.5 PV

  • kenmerken
    • in principe anechoisch
    • spine sign
    • beter herkennen van omliggende structuren
    • beweging long (flapping lung, jellyfish sign, sinusoidale beweging longpunt in M-mode)
    • beweging diafragma
  • simpel (versus complex), indien aan al deze voorwaarden voldaan:
    • anechoisch
    • homogeen
    • free-flowing (Doppler)
    • geen septatie/debris
  • volume: weinig / matig / veel
    • weinig: geen lung flapping (en dus geen oorzaak dyspnoe)
    • matig: maximale lengte effusie <10 cm (en <3 intercostalen zittend)
    • veel (>1 L pleuravocht): niet matig
    • longitudinale afstand midscapulair van mid-diafragma tot longbasis in mm (x 16 = mL pleuravocht)
  • karakterisering
    • hypoechogeen: hemothorax (= trombus; anechoisch in begin), empyeem
    • septatie: infectie of hemothorax
    • debris (=plankton sign)
    • M-mode: sinusoid sign (naar en van thoraxwand bewegen van longpunt) -
    • Doppler: diffuse flow past bij PV, geen flow past bij pleurale / longmassa
    • loculatie: geen beweging bij houdingsverandering, niet zwaartekracht volgend
  • cave pleurale massa (in 20% van de gevallen voor pleuravocht aangezien, Doppler!), d.d.
    • mesothelioom
    • lipoom
    • chondroom
    • maligniteit, tekenen:
      • diafragmale pleura >7 mm
      • pleurale nodulariteit
      • niet duidelijke afgrensbare en onregelmatige rand
      • invasiviteit
      • meerdere afwijkingen die verschillende echogeniciteit hebben

3 Algemeen

  • sensitiviteit
    • interstitieel syndroom: 100%%
    • pneu: 100%
    • pneumonie: 85%
    • PV
      • sensitiviteit 100% bij >100 mL (kan ultiem vanaf 5 mL maar in principe vanaf 20 mL)
      • bij X-thorax verstrijkt costofrenische hoek bij 200 mL en verdwijnt diafragma bij 500 mL
  • betrouwbaarheid groter dan van lichamelijk onderzoek en X-thorax, vergelijkbaar met CT-thorax

4 Verslag

long-POCUS verricht door … (onder directe/indirecte supervisie van …)
Vraagstelling: protocollaire longechografie bij dyspnoe / uitsluiten …
Beeldkwaliteit: onvoldoende/matig/voldoende

Optie 1:

  • A-lijnen met normale lungsliding en pleura.
  • Curtain sign / geen spine sign / reflectie lever/milt in diafragma.

Optie 2:

  • Pleura: normaal / afwijkend.
  • Lung sliding: aanwezig / afwezig / afwezig met longpunt.
  • Pathologische B-lijnen: bilateraal / unilateraal.
  • Consolidatie: ja/nee.
  • Pleuravocht: ja/nee.
  • Lokalisatie: rechts / links / R1 / R2 / R3.
  • Bijzonderheden: …

Conclusie:
Bij echografie van de longen geen afwijkende bevindingen.
Passend bij longoedeem, pneumonie, longembolie, pneumothorax, COPD, atelectase, pleuravocht, empyeem; rechts/links.
(Echter beelden van onvoldoende kwaliteit voor zekere uitspraak.)

5 Links

Auteur: Koen de Heer

Created: 2024-04-28 zo 11:22