TTP
Inhoudsopgave
Terug naar beginpagina de-heer.eu.
1 Onderzoek
1.1 Fragmentocyten
1.2 PLASMIC score
1.3 ADAMTS13
- ernstige TTP <10%
- normaal getal sluit TTP niet volledig uit
- kan ook vals laag zijn, bijvoorbeeld bij malaria
- kan na start PEX nog 1 dag laag zijn
- test: plasma patient toegevoegd aan VWF-multimeren
1.4 anti-ADAMSTS13
- twee type antistoffen
- neutraliserend (vastgesteld met functionele test met aanbieden substraat 1:1 patient/gezond): sens 60-90%, hoge specificiteit
- niet-neutraliserend (vastgesteld met ELISA): matige spec, positief bij 4% gezonden en 14% patienten SLE
- neutraliserend (vastgesteld met functionele test met aanbieden substraat 1:1 patient/gezond): sens 60-90%, hoge specificiteit
- een van beide positief: klaar
- anders: ADAMTS13 meten in remissie en indien <10% ADAMTS13 gene sequencing
- andere redenen sequencing: FA, debuut als kind, debuut bij eerste zwangerschap
- andere redenen sequencing: FA, debuut als kind, debuut bij eerste zwangerschap
2 Beleid
- prednison 1 mg/kg 1dd
- PPI
- na 2 weken afbouwen in 1 week bij goede remissie
- alternatief: methylprednisolon 1 g/dag, na 3 dagen verder zoals bij prednison
- indien prednison niet binnen 3 weken gestaakt wordt: PJP-profylaxe
- PPI
- 1dd plasmaferese FFP (Rock, NEJM)
- vraag bij opname naar "estimated time to plasmapheresis", indien >4 uur vanaf moment van stellen diagnose: dien 2 FFP's toe
- let op! voor plasmaferese ADAMTS13 afnemen (evt. extra citraat spijtbuis)
- begin met 1,5x plasmavolume gedurende 3 dagen (50 ml/kg = 1x plasmavolume)
- gevolgd door 1x plasmavolume gedurende 4 dagen en totdat >1 dag CR bereikt is
- geen reactie op ferese na 3-4 dagen: diagnose heroverwegen
- vraag bij opname naar "estimated time to plasmapheresis", indien >4 uur vanaf moment van stellen diagnose: dien 2 FFP's toe
- caplacizumab
- eerste dag 10 mg iv oplaaddosis
- daarna 1dd 10 mg sc
- indicatie (na overleg werkgroep): beademing, neurologische uitval (GCS ≤12 of andere neurologische symptomen duidend op cerebrale a-/hypoperfusie), cardiale ischemie, trombose of bloedingen (?) WHO graad 3-4 (SORT level A), in de aankomende richtlijn iedere verdenking op TTP tot ADAMTS13 >10%
- (relatieve) contra-indicatie: actieve bloeding (of hoog risico daarop)
- bij bloeding is couperen middels vWF te overwegen
- eerste dag 10 mg iv oplaaddosis
- respons vervolgen met dagelijks bloedbeeld, LDH en kreat
- FE's bij symptomatische anemie
- trombocytentransfusie gecontraindiceerd, alleen bij ernstige bloeding
- foliumzuur 5 mg dd
- Jehova's getuige: zie UpToDate
- anafylaxie op FFP: overweeg factor VIII, zie UpToDate
- overweeg dialyse / diurese meten
respons | definite |
---|---|
CR | TR >120 en LDH <25% boven normaalwaarde >2 aaneengesloten dagen |
PR | >50% stijging van plaatjes en minstens >60, >50% daling van LDH vergeleken met uitgangswaarde, en geen klinische achteruitgang |
geen respons | TR <60, of TR <120 en plaatjes stijging <100% en LDH <50% daling, of klinische achteruitgang |
PD / exacerbatie | klinische achteruitgang met ontbreken herstel plaatjes en/of stijging LDH |
respons | beleid |
---|---|
CR | stop plasmawisseling, prednison in 2 weken afbouwen |
PR | start 2e cyclus plasmawisseling, 5x in 7 dagen, prednison continueren, herhaal ADAMTS13 bepaling |
NR/PD | als bij PR maar ook: overweeg intensiveren plasmawisseling, rituximab 375 mg/m2/IV 1x/w 4x na ferese |
ernstige kliniek en progressie (WHO 3-4 bloeding, ernstige neurologie) |
overweeg splenectomie |
>1 dag CR | als CR na 7 dagen |
PR | als NR/PD ziekte na 7 dagen |
geen respons/progressieve ziekte | als PR, overweeg ook therapie als refractaire TTP |
ernstige kliniek en progressie (WHO 3-4 bloeding, ernstige neurologie) | overweeg splenectomie |
CR | TR >120 en LDH <25% boven de normaalwaarde |
recidief | recidief ziekte na ≥4 weken complete remissie |
2.1 splenectomie
- Dubois en Gray: indien acuut toegepast RR 92%, 5% mortaliteit (vs 1%), morbiiteit 10% (trombose oa, vs 4%)
2.2 refractaire TTP
- ciclosporine A 4-6 mg/kg/dag in 2 dosis, streven naar dalspiegel rond 100 μg/l
- cyclofosfamide puls (600 mg/m2) 6 maal
- vincristine
- bortezomib (Patriquin, BJH, 2016 en Pandey et al.)
- N-acetyl-cysteine (klieft VWF)
- recombinant ADAMTS13
2.3 recidiverende TTP
- te overwegen: a 3 mnden ADAMTS13 meten en indien <10% 4x rituximab
3 Prognose
- 1/6 refractair
- 1/3 recidief, 75% in 1e 2 jaar (Ferrari, Blood, 2007), tot 10-20 jaar na dato mogelijk
- indien ADAMTS13 <10% preemptief rituximab?
- 10% SLE in toekomst, ook andere auto-immuunziekten, hogere mortaliteit dan normaal
- cave: depressie, verminderd cognitief functioneren
- subklinische recidieven met CVA?
- laag ADAMTS13 geassocieerd met CVA (Rotterdam studie, Blood, 2015) bij hogere ADAMTS13-waarden dan passend bij TTP
- subklinische recidieven met CVA?
4 Caplacizumab
- eerste dag i.v.
- tot 30 dagen na laatste plasmaferese
- hervatten bij recidief
- evt. 28 dagen langer bij persisterend verlaagd ADAMTS13 (dan ook aanpassen immunosuppressiva)
- bloedingen vnl. epistaxis en gingivabloeding
- bij ernstige bloeding: vWF te overwegen
P | aTTP en 1 plasmaferese |
I | 72: 1dd 10 mg caplacizumab + standaardzorg |
C | 73: standaardzorg met cross-over bij exacerbatie |
O | primair (TR >150): 0,2 dagen |
mortaliteit: 3 vs 1 | |
exacerbaties (< 30 dagen): 3 vs 28 | |
relapse (> 30 dagen): 6 vs 0_ | |
refractaire TTP: 0 vs 3 | |
SAE: 23 vs 12 (vooral te verklaren door bloedingen) | |
sneller herstel ischemie-markers | |
minder dagen plasmaferese en opname | |
negatief | |
SAE: ongeveer gelijk | |
AE: gelijk maar meer bloedingen in exp arm | |
bloeding: 46 vs 35 | |
severe bleeding: risk of harm; 3 vs 1 | |
anti-drug antibodies: 9% (zonder neutraliserende werking) |
P | aTTP en TR <100, geen bloeding, noodzaak plasmaferese |
I | 36: 1dd 10 mg caplacizumab + standaardzorg |
C | 39: standaardzorg |
O | primair (2x TR >150 en LDH <2x ULN): 3.0 vs 4.9 dagen |
CR: 81% vs 46% | |
exacerbaties (< 30 dagen): 3 vs 11 | |
relapse (> 30 dagen): 8 vs 0 (<10 dagen bij 7) | |
mortaliteit: 2 vs 0 (refractaire TTP en bCVA | |
LDH-deel primaire uitkomstmaat: 78% vs 51% | |
snellere daling troponine T en kreatinine | |
negatief | |
SAE: +/- gelijk | |
AE: gelijk maar meer bloedingen in exp arm | |
severe bleeding: risk of harm; 2 vs 2 | |
immunologische bijwerkingen: 49% vs 32% | |
anti-drug antibodies: 9% (zonder neutraliserende werking) |
5 Zwangerschap na TTP
- anticonceptie voor vrouwen na doorgemaakte TTP: risico voor foetus en moeder
- echter geen oestrogenen
- monotherapie progestagenen effectief en vermoedelijk veilig. Er kan hierbij gekozen worden voor:
- IUD met progestageen (zoals Mirena spiraal)
- 3-maandelijkse subcutane progesteron injecties (“prikpil”)
- implantaten met progestageen (zoals Implanon)
- IUD met progestageen (zoals Mirena spiraal)
- bij zwangerschap na doorgemaakte TTP frequente controle (tabel 5.11 richtlijn)
- indien laag ADAMSTS13 rituximab te overwegen (en daarna eerst minimaal 6 maanden niet zwanger worden)
6 Erfelijke TTP
- synoniem: Upshaw-Shulman
- beleid als verworven TTP
- evt. onderhoudsbehandeling met FFP's